Therapie
Dit overzicht van therapie soorten richt zich op elke vorm van therapie die het verminderen van geestelijke gezondheidsklachten tot doel heeft, of die zich richt op persoonlijke groei en zelfontwikkeling. Therapie vormen die zich uitsluitend bezig houden met lichamelijke gezondheidsklachten zijn dus niet opgenomen in de overzichten.
De veelheid aan therapie soorten, behandelmethoden en geneeswijzen is onderverdeeld in de volgende categorieën:
-
Therapie informatie – Therapie informatie biedt antwoorden op vragen als: ‘welke therapie past het beste bij mijn situatie?’, ‘Wanneer is therapie het overwegen waard?’ en ‘Worden psychotherapie en alternatieve geneeswijzen vergoed door de verzekering?’.
-
Psychotherapie overzicht – Onder psychotherapie vallen alle erkende vormen van reguliere therapie die zich het verbeteren van het functioneren van de cliënt tot doel stellen. Binnen de psychotherapie bestaat er een grote diversiteit aan behandelmethoden.
-
Alternatieve geneeswijzen overzicht – De meeste therapie vormen en behandelmethoden die niet officieel erkend worden als psychotherapie vallen onder de alternatieve geneeswijzen. Deze therapie vormen gebruiken afwijkende methoden om vaak dezelfde doelen te bereiken.
-
Overige behandelmethoden en therapieën – Alle behandelmethoden, therapie vormen en technieken die niet kunnen worden ondergebracht bij psychotherapie of alternatieve geneeswijzen, vallen onder overige behandelmethoden en therapieën.
Therapie: wanneer en voor wie?
De stap naar een psycholoog, psychotherapeut of alternatief genezer is niet altijd even makkelijk. Behalve concrete psychische problemen liggen ook sluimerende gevoelens van bijvoorbeeld onvrede, depressie, spanning of onrust vaak ten grondslag aan het idee om psychologische hulp te zoeken. Hierbij zorgt de ogenschijnlijk simpele vraag “wanneer ga je in therapie?” vaak voor twijfel. Er is echter geen eenduidig antwoord op de vraag waar de grens ligt tussen wanneer men psychische problemen zelf aan kan, en wanneer het raadzaam is om hulp van buitenaf in te schakelen in de vorm van therapie. Enerzijds wil men psychische problemen het liefst zelf de baas worden, anderzijds is de effectiviteit van therapie vaak het grootst als men in een vroeg stadium hulp zoekt, wanneer de klachten nog niet zijn door ontwikkeld.
Twijfel rondom het zoeken van hulp wordt nog eens extra gevoed door het taboe dat voor sommigen nog steeds rond therapie hangt. Het taboe dat rust op therapie kan mensen ervan weerhouden om hulp te zoeken wanneer dat nodig is. Tegenwoordig zal het echter nog maar weinig voorkomen dat men veroordeelt wordt door de sociale omgeving omdat men bij een psycholoog loopt of andere geestelijke gezondheidszorg ontvangt. Associaties met gekte lijken de therapeut en de cliënt voorgoed achter zich te hebben gelaten.
Bij welke klachten in therapie?
In de breedste zin kan gezegd worden dat iedereen die kampt met problemen die niet van puur lichamelijke aard zijn, baat kan hebben bij het inschakelen van de hulp van een therapeut uit de geestelijke gezondheidszorg. Klachten waarbij therapie voor verlichting kan zorgen zijn veelal te scharen onder (maar zijn niet beperkt tot):
-
depressie & neerslachtigheid
-
spanning & stress
-
angst & paniek
-
dwanggedachten & dwanghandelingen
-
relatieproblemen & seksuele problemen
-
vage lichamelijke (psychosomatische) klachten
-
persoonlijkheidsstoornissen
-
concentratieproblemen
-
rouwverwerking
-
verslaving
-
piekeren
-
slaap problemen
-
sociale problemen
-
opvoedingsproblemen
-
zingevingproblemen
-
trauma
De vraag wanneer men er goed aan doet om in therapie te gaan is hiermee echter nog niet beantwoord. Zo heeft iedereen wel eens last van een sombere bui of een periode van stress en piekeren. Ook zijn er bijvoorbeeld genoeg mensen die verlegen zijn of bezig zijn met rouwverwerking, zonder dat zij daarvoor in therapie hoeven. Zij worden deze problemen zelf de baas, of met de hulp van een vriend of vriendin.
Wanneer in therapie?
De grens tussen ‘het zelf aan kunnen’ en hulp nodig hebben van een psycholoog, psychotherapeut of alternatieve therapeut, is uiteindelijk alleen door de cliënt zelf te bepalen. Enige houvast is te vinden in de richtlijn: wanneer psychische problemen, negatieve gevoelens of gedragsproblemen het functioneren in het dagelijks leven belemmeren of zorgen voor geestelijk lijden, is het een goed idee psychologische hulp te zoeken.
Ook na het toepassen van bovengenoemde richtlijn kan er nog twijfel bestaan over het al dan niet volgen van therapie. Termen als ‘belemmering van het dagelijks functioneren’ en ‘geestelijk lijden’ zijn immers moeilijk te vatten in een absolute definitie. Een gesprek met een vertrouweling of met de huisarts kan in dergelijke gevallen helderheid scheppen. Ook de gedachte dat men waarschijnlijk niet zonder reden overweegt in therapie te gaan kan wellicht dienen als leidraad. Wanneer men heeft besloten om in therapie te gaan moet er nog een belangrijke beslissing gemaakt worden; het kiezen van de juiste therapie.
De juiste therapievorm kiezen
Wanneer men heeft besloten om in therapie te gaan, moet er nog een belangrijke keuze worden gemaakt; wat voor soort therapie past het best bij de persoon en de situatie? De keuze in therapie soorten is overweldigend. Binnen de psychotherapie alleen al is de variatie therapievormen bijna eindeloos: persoonsgerichte psychotherapie, lichaamsgerichte psychotherapie, directieve therapie, kortdurende psychotherapie, cognitieve therapie en gedragstherapie. Het is slechts een greep uit de termen die de toekomstige cliënt rond de oren vliegt. Wanneer men ook alternatieve geneeswijzen overweegt in het besluit tot een therapievorm, is het aanbod in therapie soorten bijna niet meer te bevatten. De soms kleine verschillen tussen de methoden binnen de verbale alternatieve geneeswijzen, spirituele alternatieve geneeswijzen en lichaamsgerichte alternatieve geneeswijzen, maken het aanbod in combinatie met de hoeveelheid alternatieve geneeswijzen onoverzichtelijk.
Het maken van een weloverwogen keuze voor een specifieke therapievorm lijkt door het grote aanbod van verschillende therapievormen haast onmogelijk. In praktijk volgen cliënten dan ook dikwijls een therapievorm waarmee zij per toeval in aanraking zijn gekomen, bijvoorbeeld via een doorverwijzing van de huisarts, of op aanraden van een kennis. Toch lijkt het steeds vaker voor te komen dat men bewust op zoek gaat naar een therapeut die een specifieke vorm van psychotherapie of alternatieve therapie aanbiedt. Voor het maken van een dergelijke specifieke keuze, is het goed om te weten dat veel therapievormen onderverdeeld kunnen worden in enkele overkoepelende categorieën.
Klachtgerichte therapie of persoonsgerichte therapie?
De keuze tussen klachtgerichte therapie en persoonsgerichte therapie is misschien wel de belangrijkste keuze die men moet maken bij het zoeken van een geschikte therapievorm. Klachtgerichte therapie richt zich op de behandeling van specifieke klachten, zonder daarbij in te gaan op de persoonlijkheid of identiteitsbeleving van de cliënt. Het doel van een klachtgerichte therapie is de klachten van de cliënt in het heden te behandelen, zonder daarbij het verleden van de cliënt of de oorzaken en ontstaansgeschiedenis van de klachten te onderzoeken. Voorbeelden van klachtgerichte therapievormen zijn:
Voor wie wel wenst stil te staan bij de persoonsgeschiedenis en bij de oorzaken van klachten, is persoonsgerichte therapie een betere keuze. Bij persoonsgerichte therapie legt men de verbinding tussen de klachten en de gehele persoonlijkheid van de cliënt. De zelfbeleving van de cliënt neemt een belangrijke rol in binnen persoonsgerichte therapievormen, evenals persoonlijke ontwikkeling.
Voorbeelden van persoonsgerichte therapie zijn:
In praktijk is er overigens vaak enige overlap tussen klachtgerichte therapie en persoonsgerichte therapie. Ook in typisch klachtgerichte therapievormen wordt er bijvoorbeeld wel eens gekeken naar het verleden van de cliënt, en bij persoonsgerichte therapievormen werkt men ook vaak aan oplossingen voor specifieke klachten.
Kortdurende therapie of langdurige therapie
De keuze tussen kortdurende therapie of langdurige therapie is relatief gemakkelijk, aangezien deze keus sterk beïnvloed wordt door de beslissing om in klachtgerichte therapie of in persoonsgerichte therapie te gaan. Klachtgerichte therapie is bijna altijd kortdurend, terwijl persoonsgerichte therapie doorgaans gelijk staat aan een langdurige vorm van therapie. Wanneer men specifieke psychische klachten wil verminderen en van therapie een oplossingsgerichte aanpak verwacht is kortdurende therapie de beste optie. Als men in therapie gaat met als doel persoonlijke ontwikkeling, dan zal men eerder uitkomen bij langdurige therapie, ook wel “langer durende therapie” genoemd.
Individuele therapie of groepstherapie
Bij individuele therapie zijn alleen de cliënt en therapeut aanwezig tijdens de therapie sessies. De cliënt kan wel opdrachten krijgen om in het dagelijks leven toe te passen in de omgang met anderen, maar de therapie sessies zelf vinden 1 op 1 plaats. Het aanbod van behandelmethoden bestaat zowel binnen de psychotherapie als binnen de alternatieve geneeswijzen voornamelijk uit individuele therapie.
Groepstherapie betekend feitelijk therapie in groepsverband. Groepstherapie kenmerkt zich door contact met andere cliënten tijdens de therapie sessies centraal te stellen. De interactie tussen de groepsleden is doorgaans de reden om voor groepstherapie te kiezen. Het groepsverband kan het therapeutisch proces in gang zetten, versnellen of ondersteunen. In groepstherapie kan men bijvoorbeeld steun vinden in de ervaringen van andere groepsleden, of kan men profiteren van de veiligheid van de groep om sociale situaties te oefenen die men in het dagelijks leven nog niet durft aan te gaan.
Binnen de psychotherapie bestaan er meerdere therapievormen die behalve als individuele therapie ook als groepstherapie worden aangeboden. Daarnaast zijn er ook enkele alternatieve groepstherapieën, zoals biodanza.
Verbale of lichaamsgerichte therapie
Verreweg de meeste therapievormen zijn grotendeels verbaal, vooral binnen de psychotherapie. Bij verbale therapie bestaat de therapie volledig uit gesprekken tussen de therapeut en de cliënt. De therapeut kan hierbij wel letten op bijvoorbeeld lichaamstaal, stemgebruik en de lichamelijke toestand van de cliënt, maar zal dat altijd door middel van gesprekken uitwerken.
Lichaamsgerichte therapievormen wijken af van verbale therapie door het lichamelijke als uitgangspunt te nemen. Men gaat ervan uit dat lichaam en geest één zijn, en dat mentale problemen zich in lichamelijke klachten kunnen manifesteren.
Enkele voorbeelden van lichaamsgerichte therapie zijn:
In lichaamsgerichte therapie werkt men vaak met het met lichaamsbeleving, lichaamshouding, aanraking, motoriek en het lichamelijk uiten van emoties. Overigens is het niet zo dat er bij lichaamsgerichte therapievormen niet gesproken wordt; de nadruk ligt alleen niet op het gesprek.
Aan de keuze voor lichaamsgerichte therapie liggen doorgaans specifieke klachten ten grondslag. Zo zijn bijvoorbeeld psychische klachten die zich vooral lichamelijk uiten geschikt voor lichaamsgerichte therapie. Ook kan lichaamsgerichte therapie uitkomst bieden voor mensen die zich moeilijk verbaal of emotioneel uiten.
Psychotherapie of alternatieve therapie?
De keuze tussen het volgen van psychotherapie of alternatieve therapie is zeer persoonlijk. Veel mensen kiezen in eerste instantie voor psychotherapie, en komen alleen met alternatieve therapie in aanraking wanneer men geen bevredigend resultaat heeft geboekt in het reguliere therapie circuit. Wellicht is dit te verklaren door het onwetenschappelijke karakter van veel alternatieve therapievormen. Toch zijn er genoeg mensen voor wie de keuze voor alternatieve therapie direct al vast staat, bijvoorbeeld wegens eerdere ervaringen, geloof, of op aanraden van een bekende. Uiteindelijk zal de keus tussen psychotherapie en alternatieve therapie op grond van persoonlijke overwegingen gemaakt worden.
Psycholoog, psychotherapeut of psychiater?
“Therapeut”, “psycholoog”, “psychiater” en “psychotherapeut”; wanneer men met therapie te maken krijgt zorgen termen als deze nogal eens voor verwarring. Op websites van therapeuten wordt gekoketteerd met termen als “eerstelijnspsycholoog NIP” en “psychotherapeut BIG” zonder deze nader te verklaren, en in de volksmond worden veel van deze termen vaak moeiteloos als inwisselbaar gebruikt in verband met psychologische hulp. Onterecht, want de verschillen tussen bijvoorbeeld een eerstelijnspsycholoog en een psychiater zijn aanzienlijk. Tijdens het volgen van een therapie, of het kiezen van een therapeut, is het daarom raadzaam de verschillen te kennen tussen de verschillende soorten therapeuten.
Therapeut
Iedereen die een therapie toepast kan therapeut genoemd worden. De vorm van therapie is daarbij van geen belang. Doorgaans wordt de term “therapeut” gebruikt als verzamelnaam voor een ieder die beroepsmatig een methode toepast ter genezing van lichamelijke of geestelijke gezondheidsproblemen. Iedereen kan zich echter therapeut noemen, ook zonder diploma of werkervaring; de titel “therapeut” is op geen enkele manier beschermd. Het woord therapeut draagt dus geen kwaliteitsaanduiding in zich. Meestal wordt het beroep van een therapeut gespecificeerd, bijvoorbeeld tot “psycholoog”, “psychotherapeut” of “psychiater”.
Psycholoog
Feitelijk is een psycholoog iemand met expertise op het gebied van psychologie. Doorgaans wordt men een psycholoog genoemd wanneer men een studie psychologie heeft afgerond. De term “psycholoog” is in Nederland echter niet beschermd. Iedereen in Nederland mag zich dus, ook zonder studie psychologie, een psycholoog noemen. Dit in tegenstelling tot België, waar de titel “psycholoog” wel is beschermd. Een psycholoog hoeft niet perse werkzaam te zijn als therapeut, psychologen kunnen bijvoorbeeld ook werkzaam zijn in het onderwijs of werken aan wetenschappelijk onderzoek. Wanneer een psycholoog wel werkzaam is als therapeut, zijn er een viertal beroepsgroepen te onderscheiden:
-
Eerstelijnspsycholoog – Net zoals bijvoorbeeld de huisarts is de eerstelijnspsycholoog werkzaam in de ‘eerste lijn’ van de gezondheidszorg. Dat betekent dat cliënten zich bij een eerstelijnspsycholoog kunnen aanmelden zonder verwijzing. De eerstelijnspsycholoog heeft een praktijkgerichte en breed georiënteerde opleiding gevolgd, zonder zich te specialiseren in een bepaalde richting. De eerstelijnspsycholoog biedt een klachtgerichte en kortdurende behandeling voor een scala aan lichte tot matig ernstige psychische klachten. Wanneer een intensievere of meer specialistische behandeling nodig is, kan de eerstelijnspsycholoog de cliënt doorverwijzen naar de ‘tweede lijn’ van de gezondheidszorg, bijvoorbeeld voor behandeling door een psychotherapeut.
-
Gezondheidspsycholoog / GZ-psycholoog – Een gezondheidspsycholoog, veelal afgekort als “GZ-psycholoog” is een psycholoog die een postdoctorale studie heeft gevolgd en werkzaam kan zijn in alle sectoren van de gezondheidszorg. De GZ-psycholoog diagnosticeert en behandeld psychische problemen bij lichamelijke ziekten en invaliditeit, psychische stoornissen en problemen in het leefklimaat. De titel GZ-psycholoog is in Nederland beschermd. In België is de term GZ-psycholoog toepasbaar op iedere psycholoog die in de gezondheidszorg werkzaam is.
-
Klinisch psycholoog – Een klinisch psycholoog is een gespecialiseerde GZ-psycholoog die een postdoctorale opleiding tot klinisch psycholoog heeft afgerond. De klinisch psycholoog is veelal werkzaam in instellingen als ziekenhuizen, maar kan ook een zelfstandige praktijk voeren. Het werkgebied van de klinisch psycholoog bestaat uit het diagnosticeren en behandelen van ernstige en complexe psychische problemen en psychische stoornissen, en het verrichten van crisisinterventies.
-
Kinderpsycholoog / jeugdpsycholoog – De kinderpsycholoog en jeugdpsycholoog is een psycholoog die zich middels opleiding en/of werkervaring heeft gespecialiseerd in de kinderpsychologie en jeugdpsychologie. De kinderpsycholoog en jeugdpsycholoog behandeld psychische klachten bij kinderen en jeugdigen.
Psychotherapeut
Een psychotherapeut is gespecialiseerd in het behandelen van cliënten met complexe, vaak in de persoonlijkheid gewortelde psychische klachten. De behandeling door een psychotherapeut kan zowel klachtgericht als persoonsgericht zijn. De psychotherapeut biedt een behandeling die vaak intensiever en langduriger is dan die van bijvoorbeeld de eerstelijnspsycholoog of de GZ-psycholoog. Een psychotherapeut heeft zowel aandacht voor de sociale omgeving van de cliënt als voor de cliënt als individu. De psychotherapeut heeft na het afronden van een studie psychologie, geneeskunde, pedagogiek of maatschappelijk werk een erkende opleiding tot psychotherapeut gevolgd.
Voor behandeling door een psychotherapeut is een verwijzing nodig, bijvoorbeeld van een huisarts of een psycholoog. “Psychotherapeut” is in Nederland een beschermde titel: alleen wanneer men een erkende opleiding tot psychotherapeut heeft gevolgd, en staat ingeschreven in het BIG register, mag men zich psychotherapeut noemen. In België is psychotherapeut geen beschermde titel.
Psychiater
Een psychiater is een arts die zich na een studie geneeskunde heeft gespecialiseerd in de psychiatrie. De opleiding tot psychiater is alleen toegankelijk voor artsen. In de opleiding tot psychiater is de complete opleiding tot psychotherapeut geïntegreerd. Een psychiater beschikt dus over therapeutische kennis op het niveau van een psychotherapeut. In tegenstelling tot de psycholoog en psychotherapeut mag een psychiater naast het geven van een psychotherapeutische behandeling ook medicijnen voorschrijven. Daarom behandelt een psychiater vaak psychische klachten waarbij medicijnen een belangrijke rol spelen in de behandeling, zoals bijvoorbeeld schizofrenie, verslaving, persoonlijkheidsstoornis, psychose, dwangstoornis en bipolaire stoornis.
Voor behandeling door een psychiater is een verwijzing nodig, bijvoorbeeld van de huisarts. De titel “psychiater” is beschermd; een psychiater staat als arts in het BIG-register geregistreerd, maar ook als psychotherapeut.
BIG en NIP
De afkorting BIG wordt vaak gebruikt door psychotherapeuten, klinisch psychologen, GZ-psychologen en psychiaters; zij noemen zich dan bijvoorbeeld “gezondheidszorgpsycholoog BIG”. Hieruit blijkt dat de therapeut is opgenomen in het BIG-register. Dit is het register van de wet BIG, oftewel “Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg”. Wanneer een beroep is opgenomen in het BIG-register dan is de titel beschermd en is de opleiding door de overheid erkend. Ook bestaan er voor BIG beroepen een beroepscode of gedragsregels, een klachtenopvang en een tuchtrecht. Opname van een therapeut in het BIG-register kan dus worden opgevat als een keurmerk voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
NIP staat voor “Nederlands Instituut van Psychologen”; de beroepsvereniging van en voor psychologen. Het NIP behartigt de belangen van psychologen, bevordert de beoefening van psychologie en biedt een kennisplatform. Psychologen die hun studie psychologie hebben afgerond kunnen lid worden van het NIP. Zij mogen zich dan “Psycholoog NIP” noemen. Voor de psycholoog NIP gelden gedragsregels, die de kwaliteit van de psychologische hulp dient te waarborgen.
Alternatieve therapeuten
Naast de bovenstaande erkende beroepen uit de geestelijke gezondheidszorg, bestaat er een weelde aan alternatieve therapeuten. Een therapeutische methode wordt alternatief genoemd wanneer er geen erkende vakopleiding voor bestaat. Binnen de alternatieve geneeswijzen zijn er veel therapievormen waar überhaupt geen opleiding voor te volgen is, hoewel er ook alternatieve geneeswijzen bestaan waarbij dat wel het geval is. Voor alternatieve therapeuten die een dergelijke opleiding gevolgd hebben bestaat er vaak de mogelijkheid zich aan te sluiten bij een beroepsvereniging. Veel alternatieve therapeuten zijn echter niet aangesloten bij dergelijke beroepsverenigingen. Er is geen overkoepelende organisatie of wet die waakt over de kwaliteit van de door alternatieve therapeuten aangeboden zorg.