Maatregelen in het strafrecht
De strafrechter kan naast straffen ook maatregelen opleggen. Tussen straffen en maatregelen zijn een aantal verschillen:
-
Het doel van een straf is leedtoevoeging. Een maatregel is gericht op het herstellen van de oude toestand (betaling van schadevergoeding, ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel) of op het beveiligen van de maatschappij (TBS, plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis).
-
Een straf kan alleen worden opgelegd als het feit waarvan u verdacht wordt wettig en overtuigend bewezen wordt, als het een strafbaar feit oplevert en als u stafbaar kunt worden gesteld. De rechter kan u soms ook een maatregel opleggen als er geen sprake is van een veroordeling.
De maatregelen in het volwassenen strafrecht zijn:
-
de TBS
-
de plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis
-
de plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
-
de onttrekking aan het verkeer
-
de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel
-
de schadevergoedingsmaatregel
De meest ingrijpende maatregel is ongetwijfeld de TBS
De TBS
TBS is een afkorting van Ter Beschikking Stelling. TBS is er in twee vormen:
-
De TBS met dwangverpleging, zoals de TBS vaak in de media komt.
-
De TBS met voorwaarden, dit is een lichtere vorm van TBS.
Een TBS kan worden gecombineerd met een tijdelijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij een dergelijke combinatie geldt de hoofdregel dat eerste de gevangenisstraf moet worden uitgezeten. Pas daarna gaat de TBS lopen.
De Hoge Raad heeft bepaald dat een TBS nooit in combinatie kan worden opgelegd met een levenslange gevangenisstraf.
De TBS met dwangverpleging vindt plaats in een TBS-kliniek. Er is dan sprake van een gedwongen opname. Bij de TBS met voorwaarden wordt de veroordeelde niet onder dwang in een kliniek opgenomen, maar stelt de rechter allerlei voorwaarden vast waaraan de veroordeelde zich moet houden.
De behandeling vindt dan meestal plaats in een poliklinisch/ambulant kader. Als u zich niet aan de voorwaarden houdt, kan de TBS met voorwaarden worden omgezet in een TBS met dwangverpleging.
Opleggen van TBS
TBS kan alleen worden opgelegd door de meervoudige strafkamer. Is de politierechter van mening dat TBS moet worden opgelegd, dan moet hij de strafzaak doorverwijzen naar de meervoudige kamer.
De rechter kan alleen TBS opleggen als is voldaan aan een aantal voorwaarden:
-
Er is sprake van een gebrekkige geestelijke ontwikkeling of een ziekelijke stoornis (ontoerekeningsvatbaar) ten tijde van het plegen van het feit
-
Hierdoor ontstaat gevaar voor personen (dit kan ook de verdachte zelf zijn) of goederen
-
Het strafbare feit is onder invloed van de psychische stoornis gepleegd
-
Er is een advies van tenminste twee gedragsdeskundigen (veelal psychiater en psycholoog). De rechter hoeft het advies van deze gedragsdeskundigen overigens niet verplicht op te volgen.
TBS kan alleen worden opgelegd als het gaat om zogenaamde vierjaarsfeiten (strafbare feiten waarop 4 jaar gevangenisstraf staat of meer) en bij een aantal specifieke feiten
-
verspreiding van opruiende teksten
-
bedreiging met ernstige misdrijven
-
belaging
-
insubordinatie (verzet tegen een meerdere op een schip)
-
dood of letsel door schuld in het verkeer wegens roekeloosheid
-
opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren aanwezig hebben of vervaardigen van verboden middelen van lijst II van de Opiumwet
TBS met dwangverpleging kent twee vormen
De TBS met dwangverpleging kan weer opgesplitst worden in twee vormen:
-
De gemaximeerde TBS. Deze TBS-vorm kan worden opgelegd voor maximaal 4 jaar.
-
De ‘gewone' TBS. Deze TBS wordt opgelegd voor de duur van 2 jaar en kan in principe oneindig worden verlengd met twee of een jaar. Het gaat dan om een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt tegen de lichamelijke integriteit van een of meerdere personen (een geweldsmisdrijf).Bij elke verlening moet de rechter opnieuw kijken of de TBS-er nog voldoet aan het gevaarscriterium. Tegen elke verlening kan de TBS-er hoger beroep instellen bij het gerechtshof in Arnhem. Als de behandeling aanslaat kan de TBS eventueel onder voorwaarden worden beëindigd.
De TBS onder voorwaarden is dus een lichtere vorm van TBS, waarbij de veroordeelde niet gedwongen wordt opgenomen in een kliniek. Deze TBS kan worden opgelegd voor twee jaar en wordt maximaal een keer verlengd met een of twee jaar.
Deze vorm van TBS kan dus maximaal vier jaren duren. Deze TBS kan in combinatie met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor maximaal 3 jaar worden opgelegd.
De rechter is vrij in het bepalen van de voorwaarden die hij verbindt aan de TBS onder voorwaarden. Voorbeelden van deze voorwaarden zijn:
-
U moet zich laten opnemen in een inrichting
-
U moet zich onder behandeling van een deskundige laten stellen
-
U moet bepaalde medicijnen innemen
-
U moet dwangmedicatie toelaten
Houdt de TBS-er zich niet aan de voorwaarden, dan kan de TBS worden omgezet naar TBS met dwangverpleging.
TBS en wachttijden
In de media wordt regelmatig aandacht besteedt aan de lange wachttijden voor de TBS-klinieken. De TBS-er krijgt in afwachting van een plaatsing een passantenstatus en moet in een huis van bewaring wachten op een plaats in een kliniek.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft deze gang van zaken afgestraft. Als de passant te lang moet wachten, kan deze recht krijgen op schadevergoeding.
Maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (ISD)
De maatregel ISD is een maatregel om meerderjarige stelselmatige daders te plaatsen in een daartoe aangewezen inrichting. De wet is op 1 oktober 2004 in werking getreden. Met deze wet heeft de wetgever beoogd stelselmatige daders, die door het plegen van reeksen delicten veel criminaliteit en onveiligheid veroorzaken, voor een periode van maximaal twee jaar in een inrichting te plaatsen die specifiek voor hen bestemd is.
De maatregel ISD heeft de volgende doelstellingen:
-
Het terugdringen van ernstige criminaliteit en onveiligheid als gevolg van, door stelselmatige daders, gepleegde strafbare feiten.
-
Alleen bij duidelijke aanknopingspunten voor gedragsverandering en recidivevermindering zal aan de stelselmatige dader een aanbod voor een intensieve programma worden gedaan.
Met deze dwangmaatregel wordt beoogd het uitzichtloze patroon van vastzitten, vrijkomen en terugvallen dat deze groep stelselmatige daders kenmerkt, te doorbreken.
Een en ander betekent dus in de praktijk dat een verdachte die een simpele winkeldiefstal heeft gepleegd en aan de ISD-criteria voldoet voor de ISD-maatregel in aanmerking kan komen. Het nieuwe feit staat immers niet op zichzelf; het moet worden geplaatst en beschouwd in het licht van de stelselmatigheid waarmee een verdachte delicten heeft gepleegd. ISD wordt beschouwd als de allerlaatste-kans-voorziening, bestemd voor de zwaarste doelgroep.
Doelgroep
De maatregel ISD is bedoeld voor stelselmatige meerderjarige daders, al dan niet met een verslavings- of psychiatrische problematiek. Zij hebben delicten gepleegd waarvoor door de rechter veelal gevangenisstraffen worden opgelegd die te kort zijn om daarvan voldoende drang te laten uitgaan tot vrijwillige opname en behandeling in een afkickkliniek in het kader van een schorsing. Indien de verdachte verslaafde is wel te kampen heeft met een andersoortige problematiek waarmee het plegen van strafbare feiten samenhangt, strekt de maatregel er ook toe een bijdrage te leveren aan de oplossing van zijn verslavingsproblematiek dan wel van die andere problematiek. De voormalige maatregel SOV (Strafrechtelijke Opvang Verslaafden) is geïncorporeerd in de nieuwe maatregel ISD.
Criteria om de ISD-maatregel te eisen
De officier van justitie kan op grond van onderstaande wettelijke eisen de ISD-maatregel op een Meervoudige Kamer eisen. Iemand komt in aanmerking voor een maatregel indien:De verdachte een misdrijf heeft gepleegd waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten;
-
De verdachte in de vijf jaar voorafgaand aan het door hem begane feit tenminste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een straf of maatregel is veroordeeld en deze straffen dan wel maatregelen ten uitvoer zijn gelegd;
-
De veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel eist.
Naast de wettelijke eisen zijn er nog een aantal overige eisen opgesteld waaraan de verdachte moet voldoen. Hierbij gaat het onder meer om het aantal antecedenten, soort delicten en persoonlijke en sociale omstandigheden van de verdachte.
Maatregelen in het jeugdstrafrecht
In het jeugdstrafrecht gelden niet alleen andere straffen maar ook andere maatregelen:
-
plaatsing in een jeugdinrichting (een zogenaamde PIJ-maatregel)
-
de gedragsmaatregel (per 1 februari 2008)
-
inbeslagneming van illegaal verkregen goederen
-
schadevergoeding
-
ontneming van opbrengsten die op illegale manier verdiend zijn
De wetgever is van mening dat jeugdigen anders dan volwassenen moeten worden behandeld. Bij de berechting van minderjarigen staat dan ook het doel om herhaling te voorkomen nog meer voorop. Het jeugdstrafrecht heeft daarom ook een sterk pedagogisch karakter.
De PIJ-maatregel
De PIJ-maatregel staat voor plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. De kinderrechter kan de jeugdige een PIJ-maatregel opleggen als de minderjarige een ernstig misdrijf heeft gepleegd, waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.Ook moet de veiligheid van personen of goederen in het gevaar zijn. De PIJ-maatregel mag de ontwikkeling van de jeugdige niet belemmeren. De kinderrechter moet van mening zijn dat de minderjarige intensieve hulp en behandeling nodig heeft om herhaling van het misdrijf te voorkomen.
De PIJ-maatregel mag alleen worden opgelegd na advies van twee gedragsdeskundigen, meestal een psychiater en een psycholoog.
De PIJ-maatregel wordt opgelegd voor de duur van twee jaar en kan in geval van een geweldsdelict worden verlengd tot maximaal vier jaar.
Als er bij de minderjarige is vastgesteld dat er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis dan kan de maatregel worden verlengd tot maximaal zes jaar.
De PIJ-maatregel wordt in de volksmond ook wel ‘jeugd-TBS' genoemd.
Forensische zorg bevindt zich op het raakvlak van de geestelijke gezondheidszorg met justitie. De forensische zorg houdt zich bezig met personen die van de rechter een (vrijheidsbeperkende) maatregel gekregen hebben, in combinatie met gedwongen verpleging en behandeling. Het doel van de maatregel is behandeling van de patiënt en bescherming van de maatschappij.
Wat is forensische zorg?
Forensische zorg is geestelijke gezondheidszorg die verleend wordt in een strafrechtelijk kader, met inbegrip van verslavingszorg en zorg aan verstandelijk gehandicapten. De zorg is gericht op het verminderen van recidive. Het kan een combinatie zijn van beveiliging en behandeling of verpleging, zoals behandeling in een tbs-kliniek of in een penitentiair psychiatrisch centrum. De drie doelgroepen die forensische zorg kunnen ontvangen zijn:
-
Tbs-gestelden (tbs met dwangverpleging, art. 37b)
-
Gedetineerden
-
Verdachten of veroordeelden aan wie het Openbaar Ministerie (OM) of de Rechtspraak een voorwaardelijke sanctie heeft opgelegd
Uitgezonderd zijn personen die zijn veroordeeld in het kader van het jeugdstrafrecht, waaronder de PIJ-maatregel. (PIJ staat voor Plaatsing in een Jeugdinstelling)
Wie zijn de zorgverleners?
Forensische zorg wordt geleverd door verschillende soorten instellingen met verschillende niveaus van beveiliging. De zorg kan bestaan uit klinische zorg, ambulante zorg en/of beschermd wonen. In grote lijnen zijn er zes soorten klinische instellingen die forensische zorg verlenen, die verschillende niveaus van behandeling en beveiliging bieden.
1. Forensisch psychiatrisch centrum (fpc)Een fpc heeft het hoogste beveiligingsniveau. Patiënten met een veroordeling tot tbs met dwangverpleging worden altijd behandeld in een fpc (voorheen tbs-kliniek). Hierdoor vormen ze gedurende hun behandeling geen gevaar voor de samenleving.
2. Forensisch psychiatrische kliniek (fpk)Een fpk is een gespecialiseerde voorziening voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) met een in oorsprong uitsluitend klinisch aanbod voor personen met een behoefte aan zorg en behandeling in strafrechtelijk kader. De fpk's zijn voorzienin¬gen met behandeling als prioriteit, maar met voldoende beveiligingsmogelijk¬heden. Een fpk maakt altijd deel uit van een multifunctionele GGZ-organisatie.
3. Forensisch psychiatrische afdeling (fpa)Een fpa heeft als doelstelling patiënten door te plaatsen naar de reguliere zorg. In de meeste gevallen is de fpa een aparte eenheid binnen de GGZ-instelling, soms gehuisvest of gekoppeld aan een andere afdeling voor intensieve langdurige zorg. Hier worden cliënten intensief behandeld, waarna ze doorverwezen worden naar een 'gewone' afdeling of naar elders in de GGZ. Fpa's zijn in materiële zin minder beveiligd dan de fpk's.
4. Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC)
Een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) geeft speciale zorg aan gedetineerden met een psychiatrische stoornis, zoals een psychose of een persoonlijkheidsstoornis. Het gevangeniswezen streeft naar kwalitatief hoogstaande zorg in deze PPC’s, en naar een goede aansluiting op de zorg in de ggz-instellingen na detentie.
Er zijn PPC’s in Amsterdam, Maastricht, Vught en Zwolle. Daarnaast zijn ook bedden ingekocht bij verschillende ggz-instellingen en instellingen voor beschermd wonen. Hier krijgen gedetineerden de (verantwoorde) zorg die ze nodig hebben tijdens hun detentie – binnen de beperkingen die bij een gevangenisstraf horen.
Ook spannen PPC’s zich in om de gedetineerde na zijn detentie in een passend zorgtraject te plaatsen. Het doel hiervan is vooral het voorkomen van recidive. Als een gedetineerde met psychiatrische problemen zonder zorg of hulp na detentie op straat komt te staan, is het risico immers groot dat hij weer in crimineel gedrag vervalt.
5. Forensische verslavingskliniek/-afdeling
Binnen een forensische verslavingskliniek (fvk) of forensische verslavingsafdeling (fva) wordt zorg geboden aan langdurig verslaafden die (veelvuldig) in contact zijn gekomen met justitie. Een opname bij een fvk kan nodig zijn omdat de verslaving de patiënt steeds weer in de problemen brengt. Naast de problematiek omtrent de verslaving kan er ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis. Na een verblijf in een fvk of een fva kan een patiënt doorstromen naar bijvoorbeeld een RIBW.
6. Ambulante zorg
Bij ambulante zorg is er geen sprake van verblijf. Op de afgesproken tijdstippen komen de patiënten naar de hulpverlener toe. Ook is het mogelijk dat hulpverleners patiënten in hun omgeving bezoeken voor de behandeling, begeleiding of ondersteuning.
Klik hier als je nog meer wilt weten over forensische psychiatrie?