top of page

hoorcollege narcisme

Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen is een categorie van psychische aandoeningen in het DSM-IV, die gekenmerkt wordt door een star en duurzaam patroon van gedachten, gevoelens en gedragingen die binnen de cultuur van de betrokkene duidelijk afwijkt van de verwachtingen.

 

Er zijn verschillende persoonlijkheidsstoornissen, onderverdeeld in 3 clusters:

  • Cluster A

  • Cluster B

  • Cluster C

Daarnaast is er een categorie Persoonlijkheidsstoornis Niet anders Omschreven (NAO) voor stoornissen in het persoonlijk functioneren die niet voldoen aan de criteria van één van de specifieke persoonlijkheidsstoornissen. Deze diagnose krijgen de mensen die niet binnen de criteria van een bepaalde persoonlijkheidsstoornis vallen, maar wel kenmerken hebben van 2 of meer persoonlijkheidsstoornissen.

 

Hoe ontstaat een persoonlijkheidsstoornis.

De oorzaken van persoonlijkheidsstoornissen zijn slechts gedeeltelijk bekend. Wel duidelijk is dat er nagenoeg steeds sprake is van een combinatie van ‘aanleg’ en ‘levensgeschiedenis’. Meestal is er sprake van een erfelijke kwetsbaarheid. Niet één gen, maar een combinatie van genen is hiervoor verantwoordelijk. Of iemand met een genetische kwetsbaarheid ook werkelijk een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt, hangt af van omgevingsfactoren, met name gedurende de vroege ontwikkeling. Zijn de omstandigheden waaronder iemand opgroeit veilig en stabiel, dan kan dit een genetische kwetsbaarheid neutraliseren. Staat een kwetsbaar kind daarentegen bloot aan ingrijpende negatieve ervaringen, dan kan dit leiden tot een gestoorde persoonlijkheidsontwikkeling. Het ontstaan van persoonlijkheidsstoornissen is dus een complex samenspel van ‘nature’ en ‘nurture’.

 

Wanneer heeft iemand een persoonlijkheidsstoornis?

De diagnose van een persoonlijkheidsstoornis kan gesteld worden, als iemand aan de volgende criteria voldoet:

A. Een duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die duidelijk binnen de cultuur van betrokkene afwijken van de verwachtingen. Dit patroon wordt zichtbaar op twee (of meer) van de volgende terreinen:

  • Cognities: wijze van waarnemen en interpreteren van zichzelf, anderen en gebeurtenissen

  • Affecten: draagwijdte, intensiteit, labiliteit en adequaatheid van emotionele reacties

  • Functioneren in het contact met anderen

  • Beheersen van impulsen.

 

B. Het duurzame patroon is star en uit zich op een breed terrein van persoonlijke en sociale situaties

C. Het duurzame patroon veroorzaakt in significante mate lijden of beperkingen in het sociaal en beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen

D. Het patroon is stabiel en van lange duur en het begin kan worden teruggevoerd naar ten minste de adolescentie of de vroege volwassenheid

E. Het duurzame patroon is niet eerder toe te schrijven aan een uiting of de consequentie van een andere psychische stoornis

F. Het duurzame patroon is niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bijvoorbeeld drug, geneesmiddel) of een somatische aandoening (bijvoorbeeld schedeltrauma).

 

 

Cluster A persoonlijkheidsstoornissen

Cluster A wordt het vreemde, excentrieke cluster genoemd en bestaat uit 3 persoonlijkheidsstoornissen:

  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

 

Mensen met deze stoornis hebben weinig contact met anderen en leven vaak geïsoleerd. Zij zijn niet snel geneigd om psychische hulp te zoeken. Er is relatief weinig wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar mensen met een cluster A stoornis.

 

Cluster B persoonlijkheidsstoornissen

Cluster B wordt het dramatische, emotionele, impulsieve cluster genoemd en bestaat uit 4 persoonlijkheidsstoornissen:

  • Borderline persoonlijkheidsstoornis

  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis

  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis

  • Theatrale persoonlijkheidsstoornis.

 

Mensen met een stoornis uit cluster B hebben veelal moeite met het beheersen van hun impulsen en emoties. Ze zijn vaak impulsief, streven naar snelle behoeftebevrediging en zijn slecht in het onderhouden van (stabiele) relaties. Omdat ze weinig of geen rekening houden met de eigen veiligheid en veiligheid van anderen, kan hun gedrag een verstorend effect hebben op de sociale omgeving.

 

Cluster C persoonlijkheidsstoornissen

Cluster C wordt ook wel het angstige cluster genoemd en bestaat uit 3 persoonlijkheidsstoornissen:

  • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

  • Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis

  • Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis.Mensen met deze stoornissen hebben last van sociale vermijding, dwangmatig handelen en onzelfstandigheid. Ze kunnen zich wel beter aanpassen aan de eisen van het dagelijkse leven dan mensen met cluster A en B stoornissen.


 

bottom of page