top of page

Goldstein

Arnold Goldstein (1973) ziet zijn "structured learning therapy" als een methodiek, die tegemoet komt aan de behoeften, leefwijze en leefwereld van de cliënt. Zijn methode is gericht op het vergroten van vaardigheden. Via het aanleren van vaardigheden wordt beoogd de autonomie, assertiviteit, interne controle, accuraatheid van waarnemen en communiceren, tolerantie voor frustratie en ambiguiteit van de cliënt te vergroten, om hem beter opgewassen te doen zijn tegen de eisen die het dagelijkse leven hem stelt.

 

Doelgroep

De Goldstein methodiek kan gebruikt worden bij alle kinderen en jeugdigen die een hulpvraag hebben in de sociale omgang met anderen.

 

Aanpak

De Goldstein training bestaat uit drie onderdelen namenlijk;

  • sociale vaardigheden

  • agressie regulatie

  • moreel redeneren.

 

Deze drie onderdelen kunnen gezamenlijk en afzonderlijk aangeboden worden. De Goldstein training kan aanvullend gebruikt worden bij een al lopende behandeling of als primaire behandelstrategie. Dit is hulpvraag afhankelijk.

 

Periode

De Goldstein training wordt op maat aangeboden. Vijf a tien behandelsessies zijn vaak voldoende.

Specifieke informatie


Sociale vaardigheden

Een breed repertoire aan sociale vaardigheden draagt bij aan adequaat functioneren in het dagelijks leven. Sociale vaardigheden zijn een instrument om een doel te bereiken. Een tekort verlaagt de kans op succes en kan gevoelens van frustratie geven wat kan leiden tot bijvoorbeeld agressief of passief gedrag. Het onderdeel sociale vaardigheden telt tien bijeenkomsten. Per bijeenkomst wordt een vaardigheid getraind.

  • Je beklagen

  • Gevoelens van anderen begrijpen

  • Iets bespreken

  • Reageren op kwaadheid

  • Uit een gevecht blijven

  • Anderen helpen

  • Omgaan met een beschuldiging

  • Omgaan met groepsdruk

  • Uiten van gevoelens

  • Omgaan met mislukking

 

De tien bijeenkomsten hebben dezelfde opbouw en er wordt gebruik gemaakt van de technieken, modeling, instructie, oefening en feedback. Bij de bijeenkomsten wordt gebruik gemaakt van audiovisueel materiaal, de dvd, daarnaast van posters, waarop de stappen van een sociale vaardigheid staan, vaardigheidskaarten met de stappen en huiswerkformulieren.

 

ART (Agressie Regulatie Training)

Bij jongeren die door hun agressieve gedrag in de problemen komen met hun omgeving, zijn twee soorten agressie te onderscheiden: proactieve- en reactieve agressie. Wanneer agressie wordt ingezet om een doel te bereiken, wordt gesproken over proactieve agressie. Jongeren zetten agressie dan in om af te dwingen dat zij iets van anderen (gedaan) te krijgen of om hun gevoel van eigenwaarde te handhaven. Reactieve agressie is een reactie op kwetsing of angst.

 

De boosheidcontrole training (BCT) richt zich op beide soorten van agressie. Het helpt jongeren om minder vaak of minder heftig boos te worden, biedt jongeren technieken om hun boosheid te controleren en biedt hen prosociale manieren om hun doelen te bereiken. De boosheidscontroletraining bestaat uit tien bijeenkomsten. In deze tien bijeenkomsten worden de jongeren de opeenvolgende stappen van de 'boosheidscontroleketen' aangeleerd. Hieronder staan de verschillende onderdelen van de de boosheidscontroleketen.

  • Triggers

  • Lichamelijke signalen

  • Ontspanningstechnieken

  • Geheugensteuntjes

  • Vooruitdenken

  • Sociale vaardigheden

  • Zelfevaluatie

 

Moreel Redeneren

Het moreel redeneren van de ART stimuleert de groei naar een hoger niveau van morele ontwikkeling. Jongeren denken tijdens de bijeenkomsten na over sociale probleemsituaties (morele dilemma's) en bespreken met elkaar de mogelijke oplossingen en achterliggende redeneringen. Een discussie over en bepaald dilemma kan twijfel en 'innerlijk conflict' bij de jongeren oproepen. De jongeren worden gestimuleerd cognities aan te passen om het innerlijke conflict of de twijfel op te lossen.

 

Als je individueel met anti-sociale jongeren spreekt, geven ze veelal sociaal wenselijke antwoorden en lijken ze moreel redelijk ontwikkeld. Ze geven bijvoorbeeld aan dat ze willen leven in een wereld zonder geweld waarin mensen voor elkaar zorgen. Als je al iets pakt (steelt), doe je dit alleen wanneer je dit echt nodig hebt... In werkelijkheid is hun moraliteit vaak van een lager niveau. Dit komt naar voren wanneer jongeren met elkaar ingesprek gaan. De antwoorden op de vragen bij probleemsituaties blijken soms van een hoger niveau dan de achterliggende redeneringen. Juist wanneer jongeren met elkaar discussiëren, kan de therapeut achterhalen wat de achterliggende redeneringen zijn voor hun morele keuzes.

 

Het onderdeel Moreel redeneren bestaat uit tien bijeenkomsten. Binnen iedere bijeenkomst staat telkens een moreel dilemma centraal.

bottom of page