top of page

Antisociale persoonlijkheidsstoornis.

 

De antisociale persoonlijkheidsstoornis is een persoonlijkheidsstoornis met als belangrijkste kenmerk instabiliteit in denken, voelen en gedrag. Hierdoor kan iemand stemmingswisselingen krijgen, instabiele relaties met anderen hebben, zich impulsief en antisociaal gedragen en snelle behoeftebevrediging najagen. De antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) is één van de 10 persoonlijkheidsstoornissen en hoort tot de Cluster B persoonlijkheidsstoornissen.

Symptomen van antisociale persoonlijkheidsstoornis

Kenmerken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) zijn onder meer antisociaal gedrag, impulsiviteit en gebrek aan inlevingsvermogen.

 

De antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft volgens de DSM-IV-TR de volgende kenmerken:

Een diepgaand patroon van gebrek en achting voor en schending van de rechten van anderen sinds het 15e jaar blijkend uit ten minste drie van de volgende zeven kenmerken

  • Niet in staat zich te conformeren aan de maatschappelijke norm dat men zich aan de wet moet houden, blijkend uit het herhaaldelijk plegen van handelingen die een reden voor arrestatie kunnen zijn.

  • Oneerlijkheid, zoals blijkt uit herhaaldelijk liegen, het gebruik van valse namen of anderen bezwendelen ten behoeve van eigen voordeel of plezier.

  • Impulsiviteit of onvermogen ‘vooruit te plannen’.

  • Prikkelbaarheid en agressiviteit, blijkend uit bij herhaling komen tot vechtpartijen of geweldpleging.

  • Roekeloze onverschilligheid ten aanzien van eigen of andermans veiligheid.

  • Constante onverantwoordelijkheid zoals blijkt uit het herhaaldelijk niet in staat zijn geregeld werk te behouden of financiële verplichtingen na te komen.

  • Geen spijtgevoelens hebben, zoals blijkt uit de ongevoeligheid voor of het rationaliseren van het feit anderen gekwetst, mishandeld of bestolen te hebben.

 

Huidige leeftijd minstens 18 jaar

Er zijn aanwijzingen voor een gedragsstoornis beginnend voor het 15e jaar zoals blijkt uit minstens drie van de volgende vijftien kenmerken

  • Pest, bedreigt of intimideert vaak anderen.

  • Neemt vaak het initiatief tot vechtpartijen.

  • Heeft een wapen (ook fles, knuppel, etc.) gebruikt dat anderen ernstig letsel kan toebrengen.

  • Heeft mensen mishandeld.

  • Heeft dieren mishandeld.

  • Heeft in direct contact een slachtoffer bestolen.

  • Heeft iemand tot seks gedwongen.

  • Was betrokken bij opzettelijke brandstichting.

  • Vernielde met opzet eigendommen van anderen.

  • Heeft ingebroken in iemands huis, gebouw of auto.

  • Liegt veel.

  • Heeft zonder direct contact met het slachtoffer gestolen.

  • Blijft vaak, ondanks verbod van ouders, ‘s nachts van huis weg.

  • Is minstens tweemaal van huis weggelopen en ’s nachts weggebleven.

  • Spijbelt vaak.

 

Het antisociale gedrag komt niet uitsluitend voor tijdens episodes van schizofrenie of manie. 

 

Onderscheid antisociale persoonlijkheidsstoornis met andere stoornissen

Het is belangrijk de antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) goed te onderscheiden van een gedragsstoornis, psychopathie en andere Cluster B persoonlijkheidsstoornissen.

 

Gedragsstoornissen

De antisociale persoonlijkheidsstoornis is een stoornis bij volwassenen. Bij jongeren onder de 18 jaar spreken we van een gedragsstoornis (conduct disorder) en niet van een persoonlijkheidsstoornis, omdat het bij jongeren mogelijk om tijdelijk gedrag gaat. Kinderen met een gedragsstoornis hebben later wel een grotere kans op een antisociale persoonlijkheidsstoornis.

 

Psychopathie

De antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft overeenkomsten met psychopathie. Psychopathie is een stoornis die vastgesteld wordt met de Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R). Psychopathie heeft 2 dimensies: agressief narcistisch gedrag en een antisociale levensstijl. Deze laatste dimensie heeft veel overeenkomsten met de antisociale persoonlijkheidsstoornis. Psychopathie is een sterke voorspeller van gewelddadig gedrag. Dit geldt niet voor de antisociale persoonlijkheidsstoornis. De symptomen van antisociale persoonlijkheidsstoornis nemen meestal af rond de middelbare leeftijd. Dit is bij psychopathie niet het geval.

 

Cluster B persoonlijkheidsstoornissen

De antisociale persoonlijkheidsstoornis komt vaak samen voor met (symptomen van) andere Cluster B persoonlijkheidsstoornissen, vooral met de borderline en de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Hierdoor is het soms lastig onderscheid te maken.

 

Oorzaken en risicofactoren antisociale persoonlijkheidsstoornis

Een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) is deels erfelijk en ontstaat door interactie van biologische en sociale factoren.

 

Naarmate de sociale omstandigheden waarin een kind opgroeit ongunstiger zijn, is de invloed van biologische factoren kleiner.

 

Over oorzaken van de antisociale persoonlijkheidstoornis is nog weinig bekend. Er is wel een aantal risicofactoren voor een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Risicofactoren zijn geen oorzaken en dus niet voldoende om de stoornis te veroorzaken.

 

Geslacht en leeftijd

 

  • In Nederland hebben mannen bijna drie keer vaker een antisociale persoonlijkheidsstoornis dan vrouwen.

  • Vooral mannen in de leeftijdsgroep tussen de 18 en 34 jaar.

 

Individuele kwetsbaarheid

 

  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis wordt deels bepaald door genetische invloeden

  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis lijkt samen te gaan met hersenafwijkingen

  • Opvliegend en impulsief karakter als kind

  • Hyperactief gedrag als kind

  • Gedragsstoornis als kind

  • Lagere intelligentie / minder cognitieve vaardigheden (vooral verbaal) als kind

 

Omgevingsfactoren  

 

  • Opvoeding met weinig warmte, weinig  ouderlijk toezicht en strenge discipline

  • Omgaan met antisociale leeftijdsgenoten

  • Opgroeien in armoede, een slechte woning of een criminele buurt.   

 

Levensgebeurtenissen

 

  • Opvoeding met weinig warmte, weinig  ouderlijk toezicht en strenge discipline

  • Omgaan met antisociale leeftijdsgenoten

  • Opgroeien in armoede, een slechte woning of een criminele buurt

  • Sociale uitsluiting versterkt de antisociale ontwikkeling.

 

Gevolgen van antisociale persoonlijkheidsstoornis

Een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) heeft gevolgen voor de kwaliteit van leven, levensverwachting en maatschappelijke kosten.

 

Kwaliteit van leven

Een antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft een negatieve invloed op een groot aantal aspecten, dat de kwaliteit van leven bepaalt: 

  • opleidingsniveau, onder andere meer schooluitval en lager schoolniveau

  • inkomensniveau

  • werkeloosheid en andere werkgerelateerde problemen

  • relatieproblemen, problemen met de eigen kinderen

  • problemen met gebruik van alcohol en drugs

  • problemen met justitie

  • gezondheid (algemeen en psychisch)

  • functioneren

 

De ziektelast van mensen met antisociale persoonlijkheidsstoornis is vergelijkbaar met de ziektelast van lichamelijke ziektes zoals Parkinson en Type II diabetes.

 

Levensverwachting

  • De sterftecijfers van mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis zijn een stuk hoger dan bij de algemene bevolking.

  • Vooral in de vroege volwassenheid is een grotere kans op eerder overlijden. Dit hangt samen met problematischer middelengebruik, meer suïcides en grotere betrokkenheid bij fatale misdrijven.

 

Maatschappelijke kosten

  • Zorggebruik Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis maken meer gebruik van de forensische, psychische en verslavingszorg dan mensen zonder antisociale persoonlijkheidsstoornis. Het hogere zorggebruik is misschien niet direct het gevolg van de antisociale persoonlijkheidstoornis, maar van andere psychische stoornissen die deze mensen vaak ook hebben. Want mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis ervaren hun persoonlijkheidsstoornis vaak niet als een probleem en zoeken daarom niet graag hulp hiervoor.

 

Werkloosheid en criminaliteit

  • Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis stoppen relatief vaak met school of werk. Voor de samenleving betekent dit meer werkloosheid en illegale inkomsten. De meest ernstige gevallen van ASP (beroepscriminelen, mensen met psychopathie) brengen een groot deel van hun leven door in een beveiligde setting. Dit kost het justitiële systeem veel geld.

Gevolgen voor slachtoffers

  • Het antisociale gedrag van mensen met deze stoornis heeft vaak ernstige gevolgen voor anderen. Ze gebruiken vaak geweld tegen mensen in hun direct omgeving, zoals partner en kinderen. Ook kunnen ze erg gewelddadig zijn tegen vreemden.De kosten van persoonlijkheidsstoornissen in Nederland werden in 2005 geschat op ruim 180 miljoen euro.

 

Verloop van antisociale persoonlijkheidsstoornis

Signalen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis komen al voor als iemand jong is. Er zijn verschillende factoren die het verloop van deze stoornis beïnvloeden.

 

Signalen op jonge leeftijd

Typen antisociaal gedrag in de jeugdOuderen met een antisociale persoonlijkheidsstoornisFactoren die het verloop bepalen

 

Signalen op jonge leeftijdEen antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) begint op vroege leeftijd, namelijk met een gedragsstoornis voor het 15e jaar. Maar er zijn vaak ook al signalen vóór het 15e jaar:

  • De eerste symptomen beginnen gemiddeld al op 8-9-jarige leeftijd

  • Er zijn aanwijzingen dat een moeilijk temperament en problematische relatie met ouders op 3-jarige leeftijd een sterke voorspeller is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en van crimineel gedrag als volwassene

  • Van de Amerikaanse volwassen mannen met 4 of meer symptomen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis had 95% minstens 1 symptoom in de kindertijd. Andersom is het niet zo dat antisociaal gedrag in de jeugd zich vanzelfsprekend ontwikkelt tot een antisociale persoonlijkheidsstoornis als volwassene.

 

Typen antisociaal gedrag in de jeugd

Er wordt onderscheid gemaakt tussen 2 typen antisociaal gedrag in de jeugd. Elk type heeft een eigen beloop:

 

1. Life-course-persistent antisociaal gedragDeze kinderen vertonen al gedragsproblemen vóór hun 5e levensjaar. Ze zijn hyperactief, hebben psychopathische karaktertrekken en opvoedingsproblemen.[16]Bij dit type is het risico op een antisociale persoonlijkheidsstoornis groot. Slechts 15% van 87 jongens met een vroeg begin van gedragsproblemen had geen antisociale persoonlijkheidsstoornis of andere ernstige aanpassingsproblemen toen hij volwassen (26 jaar) was.

 

2. Adolescent-onset antisociaal gedragHet antisociale gedrag ontstaat tijdens de adolescentie. Het gedrag hangt samen met weinig toezicht van ouders en omgaan met antisociale leeftijdgenoten, waarbij het antisociale gedrag wordt nagedaan. Bij dit type antisociaal gedrag is de kans op een antisociale persoonlijkheidsstoornis als volwassene lager dan bij het life-course-persistent type. De groep die zich tijdens hun adolescentie antisociaal gedroeg, heeft op 26-jarige leeftijd wel meer aanpassingsproblemen dan de groep jongeren die vroeger nooit antisociaal gedrag vertoonde.

 

Ouderen met een antisociale persoonlijkheidsstoornisHet beloop van een antisociale persoonlijkheidsstoornis is chronisch. Het beloop valt niet uiteen in episoden, zoals bij veel As I stoornissen. Chroniciteit is een kenmerk van alle persoonlijkheidsstoornissen. Er zijn wel aanwijzingen dat de symptomen een antisociale persoonlijkheidsstoornis meestal afnemen rond de middelbare leeftijd. Deze zogenaamde 'burn-out' geldt niet voor personen met psychopathie. De Multidisciplinaire Richtlijn Persoonlijkheidsstoornissen stelt dat het natuurlijk beloop van persoonlijkheidsstoornissen zich kenmerkt door een zekere mate van natuurlijk herstel. Behandeling lijkt dit herstel te versnellen. In de onderzoeken vormen mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis een uitzondering dus het is onduidelijk of deze verandering in persoonlijkheid ook voor mensen met ASP gelden.

 

Factoren die het verloop bepalen

  • Een ongunstig beloop hangt samen met een veelheid aan neurobiologische, gezins-, en schoolproblemen en een negatieve invloed van leeftijdgenoten

  • Het onderzoek naar beschermende factoren tegen een antisociale ontwikkeling staat nog in de kinderschoenen. De aanwezigheid van extra verzorgers buiten de ouders en duidelijke structuur en regels in het gezin lijken het effect van risicofactoren te kunnen verminderen.

 

Bijkomende aandoeningen van antisociale persoonlijkheidsstoornis

Een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) komt vaak samen voor met andere psychische stoornisssen en lichamelijke ziektes.

 

Psychische stoornissenEen antisociale persoonlijkheidsstoornis gaat niet vaak samen met een stemmingsstoornis of angststoornis, maar wel met: 

  • afhankelijkheid of misbruik van alcohol of drugs

  • ADHD en/of gedragsstoornis in de jeugd

  • andere persoonlijkheidsstoornissen, vooral met borderline en de narcistische persoonlijkheidsstoornis

  • Lichamelijke ziektesMensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben door hun levensstijl vaker lichamelijke aandoeningen. Ze hebben:

  • meer lichamelijke verwondingen door gewelddadig gedrag

  • vaker seksueel overdraagbare aandoeningen

  • vaker verkeersongelukken

  • meer gezondheidsschade door veel alcohol- en drugsgebruik

 

Dit heet het zogenaamde DATES syndroom: Drug abuse, injury sustained in Assaults and Accidental Trauma, and Elective Surgery.

 

Behandeling antisociale persoonlijkheidsstoornis

Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat de antisociale persoonlijkheidsstoornis te genezen is. Wel zijn er interventies die enkele symptomen van de stoornis bestrijden.

 

Volgens de Multidisciplinaire Richtlijn Persoonlijkheidsstoornissen, kunnen persoonlijkheidsstoornissen behandeld worden met psychotherapie, overige psychosociale interventies en behandeling met medicijnen (farmacotherapie). 

 

Feiten en cijfers antisociale persoonlijkheidsstoornis

Van de volwassen Nederlandse bevolking tot 65 jaar heeft 3,0% ooit in het leven een antisociale persoonlijkheidsstoornis gehad.

 

De antisociale persoonlijkheidsstoornis komt in de volwassen Nederlandse bevolking vaker voor bij mannen (4,3%) dan bij vrouwen (1,7%). 

 

Bij wie komt het voor?

  • In moderne samenlevingen zonder duidelijke sociale voorzieningen en met weinig sociale samenhang en solidariteit (cohesie) komt de antisociale persoonlijkheidsstoornis vaker voor dan in traditionele samenlevingen met duidelijke sociale voorzieningen en met hoge sociale cohesie.

  • In de klinische setting komt de antisociale persoonlijkheidsstoornis in verhouding vaker voor en  vooral in verslavingsklinieken en forensische settings, zoals een gevangenis of forensisch psychiatrisch ziekenhuis. Percentages liggen daar namelijk op 61% en 50%. Internationaal onderzoek onder gedetineerden hebben vergelijkbare uitkomsten. 47% van de mannen en 21% van de vrouwen heeft een antisociale persoonlijkheidsstoornis.

  • Een antisociale persoonlijkheidsstoornis wordt bij vrouwen soms over het hoofd gezien, omdat de meeste mensen bij vrouwen niet direct aan antisociaal gedrag denken.

 

Is er een verband tussen de antisociale persoonlijkheidsstoornis en cannabisgebruik?

  • Ja, een antisociale persoonlijkheidsstoornis bij volwassenen is een sterke voorspeller van cannabisafhankelijkheid.

  • Ja, antisociaal gedrag bij jongeren hangt samen met het ontstaan van cannabisafhankelijkheid als ze ouder zijn.

 

Onderrapportage

  • De genoemde cijfers zijn mogelijk te laag. Personen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis zien vaak niet in dat ze een probleem hebben. Ze misleiden vaak mensen en hebben de neiging om antwoorden te geven die de omgeving wil horen (sociaal wenselijke antwoorden). Zo verzwegen ter beschikking gestelden symptomen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis die wel duidelijk uit dossierinformatie naar voren kwamen.

 

Biologische afwijkingen

  • Het impulsieve en agressieve gedrag van mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis hangt samen met stoornissen in neurotransmitter systemen. Een verlaagde serotonine functie is geassocieerd met impulsieve agressie. Het noradrenerge neurotransmittersysteem is juist extra geactiveerd bij mensen die erg impulsief en agressief zijn.

  • Het lijkt erop dat een antisociale persoonlijkheidsstoornis samengaat met hersenafwijkingen. Het percentage grijze stof in de prefrontaalkwab is kleiner. De stoornis hangt hoogstwaarschijnlijk ook samen met het niet functioneren van de orbitofrontale cortex en de amygdala. Deze zijn betrokken bij het reguleren van impulsieve agressie en instrumentele, geplande agressie.

 

Comorbiditeit

  • 80-90% van de mensen met psychopathie heeft ook een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Omgekeerd voldoet 30-40% van de mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis aan de diagnose psychopathie.

 

Psychopathie

  • Mensen met psychopathie die verbleven in een therapeutische gemeenschap met experimentele behandelmethoden, pleegden vaker opnieuw gewelddadige delicten dan mensen met psychopathie die alleen in de gevangenis verbleven.

 

 

 

 

 

 

 

 

bottom of page