top of page

Dit is de pagina over autisme uitgewerkt vanuit het DSM-IV. In het DSM5 is er veel veranderd tav autisme. Voor de uitwerking vanuit het DSM5 kijk dan hier

"savant" kijkt 45 min en tekent in 5 dagen Rome

Autismespectrum stoornissen

Autismespectrum stoornissen zijn een groep ontwikkelingsstoornissen. De personen die hier aan lijden hebben verschillende (sociale) problemen.

 

Autismespectrum stoornissen worden gekenmerkt door:

  • een verminderd vermogen tot sociaal contact

  • een verminderd vermogen tot communiceren

  • een verminderd gebruik van de fantasie

  • een star patroon van steeds terugkerende stereotiepe bezigheden

 

Autismespectrum stoornissen zijn verwant aan de autistische stoornis (autisme). Het zijn pervasieve (=zeer ingrijpende) ontwikkelingsstoornissen. Ze hebben ingrijpende gevolgen voor de ontwikkeling van jonge kinderen. De term 'autismespectrum' verwijst naar een zeer diverse groep personen bij wie de sociale en andere problemen verschillen in type en ernst, met alle mogelijke soorten en combinaties van beperkingen.Sommige combinaties hebben een diagnose, andere hebben (nog) geen naam gekregen of zijn ondergebracht in een restcategorie (PDD-NOS).

Stoornis van Rett

De zeldzame stoornis van Rett komt alleen bij meisjes voor. Er treden symptomen op na een normale ontwikkeling van ten minste vijf maanden. In de eerste vijf maanden na de geboorte kennen zij een normale ontwikkeling, daarna treden de volgende symptomen op:

  • Afname van de schedelgroei tussen vijf maanden en vier jaar (terwijl de schedelomvang bij de geboorte nog normaal was).

  • Verlies van eerder verworven doelgerichte handvaardigheden tussen vijf maanden en tweeëneenhalf jaar. Hierop volgt de ontwikkeling van stereotiepe handbewegingen. Bekijk de link hiernaast over de handbewegingen.

  • Verlies van sociale betrokkenheid vroeg in het beloop

  • Optreden van een slechte coördinatie van het lopen of de bewegingen van de romp.

  • Ernstige beperkingen in de ontwikkeling van de expressieve en receptieve taal met ernstige psychomotorische achterstand.

 


Bestaande psychologische theorieën

 

Centrale coherentie

De theorie van de centrale coherentie (CC) gaat uit van een beperking van het kunnen komen tot een samenhangend (oftewel coherent) beeld. Personen met een stoornis binnen het autistisch spectrum hebben een tekort in centrale coherentie. Het zicht op details bij personen met autisme is sterker dan gemiddeld ontwikkeld, waardoor het inzicht voor het gehele samenhangende beeld (van een plaatje of situatie) trager verloopt. Mensen met autisme hebben dus vaak een goed oog voor detail, maar hebben moeite om van de details een samenhangend geheel te maken. Daar hebben zij meer tijd voor nodig.

 

Theory of Mind

De Theory of Mind (ToM), ook wel mindreading of mindblindness genoemd, is het vermogen van mensen om zich een beeld te vormen van het gezichtspunt van een ander en indirect ook van zichzelf. Personen met autisme hebben een achterstand in hun ontwikkeling van vaardigheden waarmee ze inzicht ontwikkelen in wat er in de gedachten van andere mensen omgaat. Daardoor kunnen ze zich moeilijk in anderen verplaatsen.

Het gevolg is dat ze in het sociale verkeer ook niet op die inzichten kunnen varen en voortdurend in onzekerheid leven over de bedoelingen en voorspellingen van het gedrag van een ander persoon.

 

Executief functioneren

Onder executieve functies (EF) worden de hogere controlefuncties van de hersenen verstaan. Deze besturingsfuncties zijn denkprocessen die cruciaal zijn bij het plannen van acties en het doelgericht oplossen van problemen. Ze omvatten ondermeer het stap-voor-stap kunnen plannen, impulscontrole, onderdrukken van voor de hand liggende maar foute reacties, aanpassen van strategieën, georganiseerd kunnen zoeken en zelfmonitoring.

 

Kinderen met een autismespectrumstoornis hebben een tekort aan executieve functies. Ze vinden het vaak moeilijk om goed te plannen en te organiseren, en om flexibel om te gaan met veranderingen.

 

Geldigheid theorieën

In de loop van de tijd zijn er veel discussies ontstaan over de geldigheid van deze theorieën. Meestal verklaren ze een deel van de problemen en spreken andere kenmerken van autisme deze juist weer tegen. Recent zijn er met name door autismedeskundige Simon Baron-Cohen nieuwe denkrichtingen ontwikkeld in de psychologische verklaringen van ASS. Deze hebben geleid tot nieuwe inzichten in de cognitieve stijl (manier van denken en leren) van deze personen.

Binnen de DSM IV worden 5 autismespectrum stoornissen onderscheiden.

  • Autistische stoornis

  • Stoornis van Rett

  • Desintegratiestoornis van de kinderleeftijd

  • Stoornis van Asperger

  • PDD-NOS (Pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anderszins omschreven).

 

Autistische stoornis

De symptomen van de autistische stoornis bestaan uit drie soorten beperkingen:

1. Kwalitatieve beperkingen in de sociale interacties, zoals blijkt uit tenminste twee van de volgende vier symptomen:

  • Duidelijke stoornissen in het gebruik van normaal non-verbaal gedrag zoals oogcontact.

  • Er niet in slagen met leeftijdgenoten relaties op te bouwen die passen bij de leeftijd.

  • Tekort in het spontaan met anderen delen van plezier, bezigheden of prestaties.

  • Afwezigheid van sociale of emotionele wederkerigheid.

 

2. Kwalitatieve beperkingen in de communicatie, zoals blijkt uit tenminste één van de volgende vier symptomen:

  • Achterstand in de ontwikkeling van de gesproken taal, of afwezigheid van taal.

  • Bij kinderen met voldoende spraak duidelijke beperkingen in het vermogen een gesprek met anderen te beginnen of te onderhouden.

  • Stereotiep en herhaald taalgebruik, of eigenaardig woordgebruik.

  • Afwezigheid van spontaan fantasiespel (’doen-alsof’ spelletjes) of sociaal imiterend spel (’nadoen’ spelletjes) passend bij het ontwikkelingsniveau.

 

3. Beperkte, zich herhalende stereotype patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten zoals blijkt uit ten minste één van de volgende vier symptomen:

  • Sterke preoccupatie met één of meer stereotype en beperkte patronen van belangstelling die niet normaal is wat betreft intensiteit of richting. Bijvoorbeeld een intense belangstelling voor bepaalde voorwerpen (batterijen, magneten, klokken) of onderwerpen (onweer, zeemeerminnen, molens).

  • Duidelijk rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen. Bijvoorbeeld een vaste volgorde bij het aankleden, of een vaste route door de supermarkt).

  • Stereotype en zich herhalende lichaamsbewegingen, bijvoorbeeld fladderen of draaien van hand of vinger of complexe bewegingen met het hele lichaam.

  • Aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen.

 

De autistische stoornis leidt vóór het derde levensjaar tot een achterstand op een of meer van de volgende gebieden:

  • Sociale contacten

  • Taal zoals te gebruiken in sociale context

  • Symbolisch of fantasiespel (mensen met autisme hebben een sterke neiging tot concreet denken)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Desintegratiestoornis

Bij mensen met de desintegratiestoornis van de kinderleeftijd treden de autistische symptomen pas op na een normale ontwikkeling van ten minste twee jaar. Na deze periode treden de volgende symptomen op:

  • Aanzienlijk verlies van voorheen verworven vaardigheden (voor het tiende jaar) op ten minste twee van de volgende vijf terreinen:

    • Expressieve en receptieve taal

    • Sociale vaardigheden en aanpassingsgedrago Zindelijkheid (zowel urine als ontlasting)

    • Spel

    • Motorische vaardigheden

  • Afwijking in het functioneren op ten minste twee van de volgende drie terreinen:

    • Kwalitatieve beperkingen in sociale interacties (bij voorbeeld non-verbaal gedrag; relaties met leeftijdgenoten; gebrek aan sociale en emotionele wederkerigheid)

    • Kwalitatieve beperkingen van de communicatie.

    • Beperkte, zich herhalende en stereotype patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten

 

Stoornis van Asperger

Bij mensen met de stoornis van Asperger is geen sprake van een achterstand in de taalontwikkeling, cognitieve ontwikkeling of in de ontwikkeling van vaardigheden om zichzelf te helpen. Wel is er sprake van andere beperkingen:

  • Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie, zoals blijkt uit ten minste twee van de volgende vier symptomen:

    • Stoornis in non-verbaal gedrag zoals oogcontact, gelaatsuitdrukking en lichaamshouding in sociale contacten.

    • Er niet in slagen met leeftijdsgenoten een relatie op te bouwen die past bij het ontwikkelingsniveau.

    • Te weinig spontaan proberen om plezier, bezigheden en prestaties te delen.

    • Afwezigheid van emotionele wederkerigheid

  • Beperkte, zich herhalende en stereotype gedragspatronen, belangstelling en activiteiten zoals blijkt uit ten minste één van de volgende vier symptomen:

    • Sterke preoccupatie met één of meer stereotype patronen van belangstelling die abnormaal is in intensiteit of aandachtspunt.

    • Rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen.

    • Stereotype en zich herhalende lichaamsbewegingen

    • Aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen. De stoornis van Asperger leidt daarnaast tot ernstige beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen.

 

Verder zijn er cliënten met Asperger die op een bepaald terrein bijzondere geestelijke vermogens hebben. Dit noemen we een “savant”. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met een fotografisch geheugen of ze kunnen zonder rekenmachine grote wiskundige berekeningen maken. Zie hiervoor het filmpje van de tekenaar boven aan deze pagina.

 

Een bekende film over autisme is 'Rainman". Maar er is ook een 'echte' rainman die model heeft gestaan voor het toestandsbeeld dat in de film is weergegeven. Op youtube zijn filmpjes te vinden over deze 'echte' rainman.

 

PDD-NOS

Voor mensen die net niet voldoen aan de criteria van een van de bovenstaande stoornissen bestaat een aparte diagnose namelijk pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anderszins omschreven (inclusief atypisch autisme), ook wel PDD-NOS genoemd. Bij deze mensen is sprake van:

  • Ernstige en ingrijpende beperking in de ontwikkeling van de sociale interactie, samen met tekortkomingen in (non)verbale communicatieve vaardigheden of de aanwezigheid van stereotiep gedrag, interesses en activiteiten.

 

Subtypen autismespectrum stoornissen

 

De bij 'Symptomen autismespectrum stoornissen' beschreven officiële onderverdeling in aparte diagnoses is in de praktijk problematisch:

  • De autistische stoornis en stoornis van Rett zijn helder omschreven diagnoses. Dat geldt echter niet voor de overige stoornissen binnen het autismespectrum. Vooral de criteria voor PDD-NOS en de stoornis van Asperger zijn (nog) vaag

  • Van geen van de stoornissen is een exclusieve biologische oorzaak bekend, of een consistent lichamelijk of psychologisch kenmerk.

  • Zoals blijkt uit de diagnostische criteria van de verschillende stoornissen, zijn de verschillen tussen de stoornissen vaak slechts gradueel en de onderlinge grenzen voor een deel arbitrair. 

  • Tussen mensen met dezelfde diagnose binnen het autismespectrum bestaan grote verschillen in symptomen en gedragingen, in het beloop en in de respons op de behandeling.

 

Behandeling van autisme

 

Een autistische stoornis kan nooit genezen. Wel kan men het leven van een cliënt met autisme een stuk aangenamer maken door hem of haar op passende wijze te behandelen en te begeleiden. Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat cliënten met autisme wat betreft hun gedrag veel dingen stapje voor stapje aan moeten leren, terwijl dit bij andere kinderen nagenoeg vanzelf zou gaan. Dit alles vergt veel invoelingsvermogen, aanpassingsvermogen en geduld van een begeleider.

 

Autisme behandelen door regelmaat in te bouwen

Allereerst heeft een cliënt met autisme een herkenbare, overzichtelijke leefomgeving nodig waarin hij niet steeds aan verrassingen blootgesteld zal worden. Ook is een vast dagritme van belang. Zo kan een autist baat hebben bij een lijstje boven zijn bed met daarop zijn weekplanning: zeven uur ’s morgens uit bed, daarna wassen en aankleden; half acht tas inpakken; kwart voor acht ontbijten; kwart over acht naar school fietsen. Als er dan toch veranderingen moeten plaatsvinden in het leven van een autist, dan moet dit bij voorkeur geleidelijk gebeuren.

 

Daarnaast kan autisme behandeld worden door middel van psychologische en gedragstherapeutische behandelingen. Deze zijn gericht op verbetering van de communicatieve vaardigheden, het inperken van typisch autistisch gedrag (zoals bepaalde rituelen, beperkte interesses en een onverfijnde motoriek), het stimuleren en verbeteren van contact met anderen en de opvoeding van een autist. Ook kan een autist door behandelingen op gezette tijden alleen zijn en aan sociale druk ontsnappen – iets waar hij geregeld grote behoefte aan heeft.

 

Medicijnen tegen de gevolgen van autisme

In heel ernstige gevallen kan het noodzakelijk zijn om iemand met autisme medicijnen te laten gebruiken; niet tegen autisme – want zo’n medicijn bestaat niet – maar om psychoses en depressies tegen te gaan (respectievelijk antipsychotica en antidepressiva). Het kan ook van pas komen in gevallen van extreme angst, agressie, hyperactiviteit en stemmingswisselingen.

 

 

Er is in de loop van de tijd een aantal psychologische theorieën ontwikkeld over autismespectrumstoornissen. Deze theorieën zouden de kenmerken van de ASS-varianten moeten verklaren en aansluiten bij de neurobiologische inzichten. De psychologische theorieën zijn vooral bedoeld om de kenmerken van personen met een autismespectrumstoornis in een verband te brengen.

 

Hieronder volgt een overzicht van de bestaande psychologische theorieën en nieuwe denkrichtingen over autismespectrumstoornissen.

 

Bestaande psychologische theorieën:

  • theorie van de centrale coherentie

  • Theory of Mind (ook wel mindreading of mindblindness genoemd)

  • theorie van het executief functioneren

 

 

Sterke kanten van autisme.

Binnen de GGZ zijn er veel aandoeningen die beperkingen geven maar binnen het autismespectrum is er naast de negatieve symptomen vaak ook sprake van bepaalde vaardigheden die juist als "sterke kanten" worden beschreven. Het feit dat deze sterke kanten aanwezig zijn wil niet altijd zeggen dat het allemaal positief wordt ervaren. Het feit dat een cliënt met autisme extra goed hoort kan natuurlijk ook weer als een nadeel worden ervaren omdat de cliënt wordt overprikkeld. Klik hier voor de poster met een overzicht van de "sterke kanten" van autisme.

Auti-pas.

Mensen met autisme hebben de mogelijkheid om een auti-pas aan te vragen.

 

De auti-pas is een persoonlijke pas waarop, behalve de persoonsgegevens van de pashouder, ook de belangrijkste kenmerken van autisme worden uitgelegd.

 

Omdat de kenmerken van autisme per persoon verschillen, geeft de pas de mogelijkheid om aan te vinken welke kenmerken typerend zijn voor de pashouder.

 

De auti-pas helpt kinderen en volwassenen met een autistische stoornis om hun problematiek kunnen uitleggen op een eenvoudige en duidelijke manier uit te leggen.De auti-pas is bedoeld om begrip bij de omgeving te kweken.

 

Daarnaast zijn er bepaalde attractieparken die extra medewerking verlenen aan mensen met een auti-pas. Op www.autisme.nl zijn deze in kaart gebracht.

 

Klik voor extra informatie over de auti-pas op deze link.

Uitleg autisme in Jip en Janneke taal (klokhuis)

Krijg een indruk van overprikkeling bij autisme. centrale coherentie

bottom of page