top of page

Parafilieën

Men spreekt uitsluitend van een parafilie wanneer de persoon zelf veel last ondervindt van de seksuele fantasieën of handelingen of er problemen met anderen door krijgt. In veel gevallen gaat het om mensen die hun ongebruikelijke voorkeur zelf geen ‘probleem’ of ‘ziekte’ vinden, maar vanwege de parafilie in conflict komen met hun omgeving. Er zijn echter ook mensen met een parafilie die hevige schuldgevoelens hebben en zich schamen.

 

Parafilieën

Iemand lijdt aan een parafilie (uit het Grieks: para=naast, philia=liefde) als hij of zij een steeds terugkerende intense seksuele drang en seksueel op windende fantasieën heeft of seksuele gedragingen vertoont die gericht zijn op

  • niet-menselijke objecten (bijvoorbeeld leren voorwerpen, damesondergoed of dieren), of

  • het lijden of vernederen van zichzelf of een partner, en/of

  • kinderen of niet-instemmende volwassenen.

 

De diagnose van een parafilie wordt pas gesteld als de seksuele drang, fantasieën of handelingen gedurende een periode van ten minste een half jaar terugkeren. Vooral in de puberteit wordt namelijk (tijdelijk) veel geëxperimenteerd op seksueel gebied: jongeren brengen allerlei seksuele fantasieën in praktijk zonder dat deze experimenten tot blijvend parafiel gedrag leiden. Zeker bij kinderen en adolescenten die bij een eerste parafiele handeling zijn betrapt of zo van hun eigen seksuele gedrag zijn geschrokken dat ze zich zelf voor behandeling aanmelden, is het soms moeilijk te beoordelen of het gaat om ‘normaal’ experimenteren met seksualiteit of om een voorbode van een parafilie. Maar de grens tussen een parafilie en ‘normale’ fantasieën en handelingen valt ook bij volwassenen niet altijd duidelijk te trekken.

 

Soorten parafilieën

Exhibitionisme

Exhibitionisten, meestal mannen, tonen hun geslachtsdelen aan vreemden, meestal vrouwen of kinderen. Soms masturberen zij tijdens her exhibitioneren. Ze zoeken doorgaans geen toenadering, maar jonge exhibitionisten kunnen dit in de loop der jaren wel gaan doen, wanneer zij over hun aanvankelijke schuchterheid tegenover meisjes heen groeien. Sommige exhibitionisten willen de toeschouwer shockeren, anderen hopen dat degene aan wie ze hun geslachtsdelen tonen, daar seksueel opgewonden van zal raken. Soms is het een exhibitionist te doen om aandacht die niet specifiek seksueel getint is.

 

Fetisjisme

Om seksueel opgewonden te raken, gebruikt een fetisjist niet-levende voorwerpen of materialen (fetisjen) die oorspronkelijk niet zijn bestemd voor seksuele genitale prikkeling (zoals vibratoren). Dit kunnen allerlei voorwerpen zijn, bijvoorbeeld vrouwenslipjes, nylonkousen, schoenen of laarzen. Het dragen, vasthouden of strelen van de fetisj of het ruiken eraan wordt als opwindend ervaren en gaat vaak met masturbatie gepaard. De diagnose fetisjisme wordt niet gesteld als iemand de fetisjen uitsluitend gebruikt om zich beter in de rol van het andere geslacht in te leven. Gewoonlijk begint het fetisjisme in de adolescentie en blijft het daarna bestaan.

 

Travestiet—fetisjisme

Bij travestiet-fetisjisme gaat het gebruik van vrouwenkleding door mannen verder dan het dragen of bij masturbatie gebruiken van een enkel kledingstuk. Anders dan bij fetisjisme is niet een kledingstuk zelf, maar het omkleden of omgekleed zijn seksueel opwindend. Meestal begint deze stoornis in de jeugd. De groep travestiet-fetisjisten is erg heterogeen over genderidentiteitsstoornissen. Sommige travestiet -fetisjisten lijken meer op ‘ware’ fetisjisten, andere meer op transseksuelen. Er zijn travestiet-fetisjisten die slechts incidenteel vrouwenkleding dragen (soms alleen onder hun mannenkleren), of daar niet mee in het openbaar verschijnen. Anderen maken er veel werk van om er zo vrouwelijk mogelijk uit te zien en tonen zich opgemaakt en in vrouwenkleren graag en vaak in openbare gelegenheden.

 

De motieven die iemand heeft om kleren van de andere sekse aan te trekken, kunnen in de loop der tijd veranderen. Zo verdwijnt bij sommige travestiet-fetisjisten de seksuele opwinding die eerst door het dragen van vrouwenkleren ontstond. Het om kleden kan ook een functie krijgen in het verdrijven van angstige of sombere gevoelens. Soms ontstaat geleidelijk de wens zich altijd als vrouw te kleden. Bij travestiet-fetisjisten die zich voortdurend niet op hun gemak voelen in de genderrol of met de genderidentiteit die hoort hij hun biologische geslacht, wordt de diagnose ‘travestiet-fetisjisme, met genderdysforie’ gesteld.

 

Onder invloed van de seksuele liberalisering wordt travestie steeds vaker opgevat als een bijzondere voorkeur of (seksuele) levensstijl die vooral tot problemen leidt door de negatieve reacties van de omgeving. Vanwege die reacties houden veel travestieten hun onbedwingbare behoefte zich soms als vrouw te kleden en te gedragen meestal jarenlang geheim, ook voor hun partner, ouders en vrienden. Jonge travestieten verwachten vaak dat hun behoefte vrouwenkleren te dragen over zal gaan wanneer zij eenmaal een normale seksuele relatie met een vrouw hebben. In veel gevallen verdwijnt die behoefte echter niet, maar ontstaat juist de wens zich steeds perfecter als vrouw te kleden en zich ook in vrouwelijke gedaante aan anderen te tonen.

 

Pedofilie

Van pedofilie is sprake wanneer een volwassene of een adolescent van 16 jaar of ouder seksuele handelingen verricht met kinderen van 13 jaar of jonger (dat wil zeggen: kinderen die nog niet in de puberteit zijn) of daar intense fantasieën over heeft. Van diagnostisch belang is dat de adolescent of volwassene ten minste vijf jaar ouder is dan het kind. Een uitzondering wordt gevormd door de oudere adolescent die een vaste seksuele relatie heeft met een kind van 12 of 13 jaars in dat geval spreekt men niet van pedofilie.

 

De seksuele activiteiten kunnen sterk uiteenlopen en bestrijken het hele spectrum van seksueel gedrag. Pedofiele contacten gaan niet noodzakelijkerwijs gepaard met dwang, hoewel dwang tot geheimhouding wel vaak voorkomt en de seksuele activiteiten via ingewikkelde strategieën worden gerealiseerd. Pedofilie kan in de adolescentie beginnen maar ook op veel latere leeftijd. De stoornis heeft meestal een chronisch verloop, vooral bij contacten tussen jongens en mannen. Sommige pedofielen voelen zich uitsluitend seksueel aangetrokken tot kinderen (‘exclusief type’), bij anderen is er ook sprake van seksuele fantasieën over of handelingen met volwassenen (‘niet-exclusief type’). Vaak hebben pedofielen een voorkeur voor kinderen van een bepaalde leeftijdsgroep.

 

Seksueel masochisme

Bij seksueel masochisme raakt iemand seksueel opgewonden als hij wordt vernederd, geslagen of vastgebonden of aan andere vormen van lijden wordt blootgesteld. Allerlei attributen (zoals maskers, metalen kettingen, handboeien, blinddoeken, zweepjes en messen) kunnen worden gebruikt om deze letterlijk of figuurlijk pijnlijke situaties te creëren. Sommige mensen hebben masochistische fantasieën zonder dat zij daarnaar handelen.

 

Seksueel-masochistische fantasieën (bijvoorbeeld over verkrachting) bij masturbatie of het vrijen met een partner, zonder dat er masochistische handelingen worden verricht, zijn op zich geen reden om de diagnose te stellen. De diagnose seksueel masochisme wordt in dat geval pas gesteld als iemand duidelijk lijdt onder het hebben van de masochistische fantasieën. Seksueel masochisme begint reeds in de vroege jeugd en blijft gewoonlijk bestaan. De frequentie en de aard van de handelingen kan met de jaren veranderen. Sommige seksueel-masochisten melden bijvoorbeeld een toename van masochistische handelingen in perioden van stress of een neiging om steeds gevaarlijker handelingen te willen ondergaan. Masochisme kan overigens ook bestaan in een relatie waarin de partners ook niet-masochistisch seksueel contact hebben.

 

Seksueel sadisme

Essentieel voor seksueel sadisme is dat het psychologisch of lichamelijk lijden van een ander als seksueel opwindend wordt ervaren. Anders dan verkrachters, die gewelddadig gedrag gebruiken om de tegenwerking van het slachtoffer te verminderen, beleven seksueel sadisten opwinding aan het door dwang en geweld veroorzaakte lijden van het slachtoffer; dwang en geweld zijn voor verkrachters een middel, voor seksueel-sadisten een doel op zich. Sommige seksueel-sadisten handelen niet naar hun parafiele drang en houden het bij fantasieën over situaties waarin zij een ander overheersen. Verder zijn er seksueel-sadisten die bepaalde seksueel-sadistische handelingen uitvoeren met een partner die vrijwillig de vernedering of (dreigende) pijn ondergaat (meestal masochisten) en seksueel-sadisten die dergelijke handelingen met een niet-instemmende ander verrichten.Ongeveer 10 procent van de verkrachters is ook seksueel sadist. De sadistische seksuele fantasieën bestaan meestal al in de kindertijd, maar het handelen begint in de regel pas in de vroege volwassenheid. Deze parafilie is extreem gevaarlijk als zij voorkomt bij mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis, die tot sadistisch handelen overgaan met niet-instemmende personen.

 

Voyeurisme

Een voyeur raakt opgewonden van het fantaseren over of kijken naar nietsvermoedende mensen die naakt zijn, zich verkleden of vrijen. Het gaat meestal om vreemden. Voyeurs zoeken geen contact met de begluurde(n). Soms masturberen zij tijdens of na het gluren. Wanneer de hegluurde persoon ermee instemt om te worden bekeken, spreekt men niet van voyeurisme; een voyeur bekijkt mensen die niet weten dat zij worden geobserveerd. Doorgaans begint het gluren omstreeks de puberteit en is het verloop van de stoornis chronisch.

 

Naast de bovengenoemde parafilieën worden in de literatuur nog tal van andere parafilieën beschreven, zoals telefoon-scatologie (waarbij iemand seksueel opgewonden raakt van obscene telefoongesprekken), necrofilie (lijken), zoöfilie (dieren), klismafilie (lavement, het rectaal inspuiten van vloeistoffen), partialisme (gerichtheid op een specifiek deel van het lichaam), coprofilie (faeces) en urofilie (urine) - Deze komen echter weinig voor. In DSM-IV worden zij benoemd als ‘parafilie, niet anders omschreven’Parafilieën openbaren zich meestal voor het achttiende levensjaar. In de loop der jaren kunnen er veranderingen optreden in de aard van de parafilie en kan het aantal parafilieën zich uitbreiden. Hoe schadelijk een parafilie is, is afhankelijk van de mate waarin de persoon er zelf onder lijdt of de parafilie aan een ander opdringt. Sommige parafilieën, zoals fetisjisme. kunnen lastig zijn voor de persoon zelf (en eventueel voor de partner), maar berokkenen de omgeving relatief weinig schade. Andere parafilieen, zoals bepaalde vormen van masochisme, waarbij men tot een punt van bijna-verstikking tracht te komen (auto-asfyxo), zijn levensgevaarlijk voor de persoon zelf. Seksueel sadisten (waartoe ook lustmoordenaars behoren) zijn natuurlijk zeer gevaarlijk voor anderen.

 

Parafilieën kunnen zich in verschillende gradaties van ernst voordoen. In het algemeen worden drie gradaties van ernst onderscheiden: van licht, waarbij iemand nooit tot handelen is overgegaan, maar wel onder de parafilie lijdt, via matig, waarbij incidenteel aan de parafiele drang wordt toegegeven, tot ernstig, waarbij iemand herhaaldelijk naar de parafiele drang heeft gehandeld. Of iemand de fantasieën in praktijk brengt, wordt soms meer bepaald door externe factoren, persoonlijkheidskenmerken en het al dan niet aanwezig zijn van andere psychiatrische stoornissen dan door kenmerken van de parafilie zelf. Zo zullen mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis vermoedelijk eerder toegeven aan een parafiele drang die anderen schade berokkent dan mensen zonder deze persoonlijkheidsstoornis.

 

Diagnose volgens DSM IV

Voor alle parafilieën geldt dat er sprake is van intense seksueel opwindend fantasieën, een seksuele drang of seksuele gedragingen die: gedurende een periode van ten minste zes maanden herhaaldelijk aanwezig zijn; aanzienlijk lijden of beperkingen in het functioneren veroorzaken.
 

  • Exhibitionisme: de fantasieën, drang of gedragingen betreffen het tonen van de geslachtsorganen aan een nietsvermoedende vreemde.

  • Fetisjisme: de fantasieën, drang of gedragingen hebben betrekking op het gebruik van niet-levende objecten (bijv. lingerie of schoenen).

  • Fetisjistisch travisvestitisme (travestiet fetisjisme): de fantasieën. drang of handelingen zijn gericht op het dragen van kleding van de andere sekse.

  • Pedofilie: de fantasieën, drang of gedragingen hebben betrekking op handelingen met één of meer kinderen in de prepuberteit (i.h.a. dertien jaar of jonger). Betrokkene is minstens 16 jaar oud en ten minste vijf jaar ouder dan het kind of de kinderen. (Wanneer een oudere adolescent een vaste seksuele relatie heeft met een 12- of 13-jarige, wordt niet van pedofilie gesproken.)

  • Seksueel masochisme: de seksuele fantasieën, drang of gedragingen zijn gericht op het vernederd, geslagen, vastgebonden of op een andere manier gepijnigd worden.

  • Seksueel sadisme: de fantasieën, drang of handelingen zijn gericht op het psychisch en lichamelijk lijden van een slachtoffer.

  • Voyeurisme: de fantasieën, drang of gedragingen betreffen het kijken naar nietsvermoedende naakte, zich uitkledende of sekseel-actieve personen.

Pedofilie en travestie komt nauwelijks voor bij vrouwen. Vaker zul je bij vrouwen een voorkeur voor SM of voor bepaalde objecten tegenkomen, maar dit is nog altijd een stuk minder dan bij mannen. De stap tussen het verlangen voelen en het ook daadwerkelijk in de praktijk brengen is het grootst bij SM en pedofilie.

Man vs. Vrouw

Hoe komt het dat mannen vaker een abnormale seksuele voorkeur hebben dan vrouwen? Ten eerste hebben mannen eenvoudigweg meer—en meer gevarieerde—seksuele fantasieën, die ook nog eens vaker visueel van aard zijn. Vrouwen kunnen zwijmelen over een prins op het witte paard die hen het hof maakt; mannen fantaseren eerder over de fysieke kenmerken van hun lustobject en wat ze daar vervolgens mee zouden willen doen. Bovendien zijn de seksuele verlangens van vrouwen over het algemeen een stuk minder dwingend dan die van mannen—zij kunnen ze vaak maar moeilijk uit hun hoofd zetten.

Andere redenen voor dit verschil tussen mannen en vrouwen liggen in de ontwikkeling van kind tot volwassene. De meestal hechte band met de moeder zorgt ervoor dat jonge kinderen vrij ‘feminien’ zijn. Meisjes kunnen dit hun hele leven blijven, maar jongetjes moeten zich vanuit die positie ontwikkelen tot een man. De kans op verstoringen in deze ontwikkeling is bij hen dan ook groter. Bovendien resulteren jeugdtrauma’s bij jongens ook vaker in een abnormale seksuele voorkeur dan bij meisjes, die zich in zulke gevallen eerder afkeren van seks.

bottom of page